"Wat hebben corona en gezondheid te maken met digitalisering (BIM) in de installatie sector?"

Datum nieuws
22 oktober 2020
Categorie BIM nieuws
Adviesbureau, Installatiebureau
Vaardigheden BIM nieuws
BIM gebouwdossier, BIM objecten, BIM visie
Contact opnemen

Digitalisering (BIM), corona en gezondheid.

Wat hebben corona en gezondheid te maken met digitalisering (Bouw Informatie Model) in de installatie sector? Meer dan u denkt wellicht. Een paar voorbeelden.

Er is geen overall inzicht in data op gebied van corona testen, logistiek en bedden capaciteit, ventilatie in verpleegtehuizen, planning, uitwisseling medisch personeel, gezondheid status van scholen etc. Deze data kan (nog) niet verwerkt worden tot signaal/stuur informatie met als gevolg: onvoldoende inzicht hoe het corona virus efficiënt terug te dringen. Betrokken partijen lopen achter de feiten aan met alle gevolgen van dien. In de installatie sector zien we eveneens een hoeveelheid data gebouwde omgeving, welke (nog) niet verwerkt kan worden tot signaal c.q. stuurinformatie voor optimaal asset management om gezonde gebouwen te creëren en te onderhouden. BIM is een eerste stap om data te verzamelen, inventariseren en te analyseren. Omzetten van data in signaal/stuurinformatie staat nog in de kinderschoenen als het gaat om inzicht creëren over de “gezondheidsstatus” van gebouwen. In de bestrijding tegen corona kan (stuur) data vanuit de gebouwde omgeving ons helpen. Denk aan optimaliseren van ventilatie in schoolgebouwen, meten en managen van verkeersstromen (aantal mensen en goederen) en aantallen en bezettingsgraad van gebouwen. Dit alles naast de reguliere behoefte aan gebouwinformatie zoals energie gebruik, CO2 footprint en optimaliseren van Asset Management. Het corona virus zal nog lang onder ons blijven en de maatschappij zal zich moeten instellen om in de toekomst vroegtijdig pandemieën de kop in te drukken. Dat betekent voor de installatie sector het borgen van gezonde gebouwen waarbij digitalisering een belangrijke rol speelt.

Het corona virus heeft er toe geleid, dat de Nederlandse overheid €360 mln. beschikbaar stelt als eerste aanzet tot optimalisering van ventilatie in scholen. Het is natuurlijk treurig dat een discussie van meer dan 10 jaar over (on)frisse scholen op deze manier beslecht moet worden. Ongeveer 11% van de scholen voldoet niet aan de minimale eisen vanuit het bouwbesluit. Echter is het niet alleen een technisch probleem. Het gaat hier over gezondheid van onze kinderen, die in onvoldoende geventileerde klaslokalen zich minder kunnen concentreren, door een te hoog CO2 gehalte in de lucht met als gevolg een verminderd leervermogen. Wat te doen? Het plaatsen van CO2 meters in leslokalen is een eerste stap. De volgende stap is de metingen te koppelen aan het ventilatie systeem en als stuurinformatie te gebruiken c.q. te koppelen aan het wellicht aanwezige gebouw neheers systeem. Uiteindelijk kan dit GBS systeem omgezet worden in een elektronisch gebouw dossier (EGD) met signaal/stuur functies over de gezondheid status/corona proof van (school)gebouwen. Uit oogpunt van optimaal asset management is een digital twin (elektronisch gebouw dossier) de oplossing.

Nog niet zo lang (dec.2019) geleden verordonneerde de staatssecretaris Paul Blokhuis van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) de gezondheidssector het elektronisch patiënten dossier (EPD) in te invoeren. VWS heeft (30-6-20) hier voor een versnellingsprogramma “informatie uitwisseling patiënt en professionals” opgezet en subsidies beschikbaar gesteld, hetgeen versneld moet leiden tot een elektronisch patiënten dossier (EPD). Reden tot dit besluit is het misgaan van communicatie en geen of gebrekkige uniforme informatie uitwisseling van patiënt gegevens in de keten met alle nadelige gevolgen van dien.


Het is niet ondenkbaar dat binnenkort de media het volgende berichten:
“Vandaag heeft de staats secretaris van het Ministerie van Economische Zaken Mona Keijzer in afstemming met het Ministerie VWS  verordonneerd dat de bouw en installatie sector versnelt het elektronisch gebouw dossier (Digital Twin) moet gaan invoeren. Het ministerie van EZ en BZK werken daarbij nauw samen met de bouw en installatie sector. De overheid wil (meta) data verzamelen om het energieverbruik en gezondheidsstatus van de gebouwde omgeving in beeld te brengen. Deze informatie is noodzakelijk als stuur informatie voor het realiseren van de klimaatdoelstellingen, energietransitie en een corona proof gebouwde omgeving.” verordonneren, vanuit de overheid? Zover zal het waarschijnlijk niet komen. Alhoewel een dergelijke aanpak zeker een versnelling teweeg zal brengen in de markt. Denk bv aan het wettelijk verplicht stellen van het Bouw Informatie Model (BIM) in de UK. Op basis van afspraken met overheid en de bouw & installatie sector kunnen we naar alle waarschijnlijkheid hetzelfde resultaat bereiken. De installatie sector heeft voldoende innovatiekracht, verantwoordelijkheid en awareness om digitalisering in de sector te regelen. Maar wel met commitment en ondersteuning van overheid. De overheid kan hier vanuit haar verantwoordelijkheid de rol van aanjager, verbinder en facilitator uitstekend invullen.

Toegevoegde waarde digitalisering

De digitalisering in de bouw en installatie sector levert direct toegevoegde waarde op voor de BV Nederland, zoals hogere efficiency en bouwkwaliteit, lager energie verbruik en CO2 uitstoot gebouwde omgeving, open standaarden en uniforme data en informatie uitwisseling. Dat betekent ook toegevoegde waarde voor de overheid als we kijken naar de bijdrage vanuit de sector aan de energie transitie en een gezonde/corona proof, energie neutrale gebouwde omgeving middels digitalisering. Wat dat betreft moet het de Nederlandse Overheid veel waard zijn de sector hierin te faciliteren en middelen hiervoor vrij te maken. De subsidie regeling welke het Ministerie VWS in het leven geroepen heeft is een prachtig voorbeeld voor het Ministerie van Economische zaken /BZK om dit initiatief vandaag nog na te volgen. Digitalisering is een lange weg te gaan en zal nog jaren in beslag nemen.  Digitalisering breed vraagt visie, commitment en volharding. Een modulaire aanpak is bij uitstek de methodiek om versneld resultaat te boeken. Het betekent dat elk digitale module (als Lego stenen) welke wordt ontwikkeld past binnen het groter geheel. Gebruikers ervaren direct de toegevoegde waarde van de toepassing. Een open BIM, Digital Twins een Digitaal Stelsel Gebouwde Omgeving bieden hiervoor oplossingen aan.

Een doorbraak …lancering open Uniforme Objecten Bibliotheek (UOB)

Het was zo’n 10 jaar geleden dat de Bouw Informatie Raad (nu Digitale Bouw Raad DBR) het initiatief nam om samen met Rijkswaterstaat een open Uniforme Objecten Bibliotheek in te richten. 2BA een Stichting op gebied van standaardisatie van Bestandsartikelen en Beheer participeerde in het initiatief. Echter de tijd was nog niet rijp. Er was te weinig doorontwikkeld en producenten/ leveranciers gingen in de wachthouding. Nu 10 jaar later is de open UOB een feit. Voorwaar een prestatie van de eerste orde. Het is nog geen gelopen race. De voortrekkers zijn volop aan de slag. Waar het nu om gaat is een breed commitment vanuit de leveranciers en producenten en installatie bedrijven om in te stappen. Techniek Nederland, 2BA, leveranciers/producenten, een aantal koplopers uit de installatie sector en software industrie zijn hard aan het werk om de UOB de wereld van alle dag in te trekken.

Digital Twin…hoe is het daarmee?

Het ontwikkelen van een BIM Gebouwdossier/Digital Twin is een moeizame en lastige weg. Het is als roeien in stroop, op zich lastig, maar te doen vooruitgang wordt geboekt. Tientallen initiatieven op dit gebied vinden er plaats in Nederland. Van enige afstemming of coördinatie komt in de praktijk nog weinig terecht. Tegenstrijdige belangen of het niet willen delen van data zijn de grootste struikelblokken. Is nu alle hoop verloren om tot open uniforme (data)informatie uitwisseling te komen binnen Digital Twins? Neen absoluut niet. Zoals eerder gesteld is de Digital Twin de fundering voor optimaal Asset Management/Predicted Maintance. Het aantal opdrachtgevers dat bij oplevering van hun gebouw een Digital Twin vereist is (nog) niet groot, maar neemt gestaag toe.  We vinden het normaal dat bij de aankoop van een auto kopen een elektronische handleiding wordt meegeleverd. In feite is dit alweer achterhaald, digital twinning is de nieuwe standaard inclusief een intelligent operating model voor onderhoud. Niet statisch, maar dynamisch. Digital Twinning komt voorzichtig de installatie sector binnen.

Soms ontstaan er incidenteel initiatieven om op deelterreinen wel te komen tot standaardisatie en uniforme afspraken of protocollen. Een Digitaal Stelsel voor de Gebouwde Omgeving (DSGO) biedt grote kansen om tot coördinatie en afstemming te komen als het gaat om data/ informatie uitwisseling. Een goede aanpak is om vanuit de praktijk omgeving “digitalisering initiatieven” in een groter geheel toegankelijk te maken. Een Digital Twin zal veelal modulair opgebouwd worden en afhankelijk van de vraag naar data meegroeien. Dit kan zijn op gebouw niveau (micro), maar ook op landelijk/regionaal niveau (bv inzicht in energie verbruik/C02 uitstoot). Achter de schermen zijn koplopers heel actief met het ontwikkelen van Digital Twins. Het zijn professionele (vaak internationale) opdrachtgevers welke eisen stellen aan toegankelijkheid van Digital Twins voor hun gebouwcomplexen. De gekozen systematiek is daarbij doorslaggevend. Uitgangspunt is veelal de UUID, hetgeen staat voor Universally Unique Uniform Identifier. De discussie over deze genoemde systematiek en hoe deze zich verhoudt met het eerder genoemd openBIM en DGSO wordt in de bouw en installatie sector nog niet gevoerd. Stof om over na te denken. Wellicht een (praktijk)versnellingsproject op branche niveau om te duiden op welke wijze Digital Twins ingericht kunnen worden. Uiteindelijk levert de som van Digital Twins veel voordelen zoals optimaal Asset Management, predicted Maintance, maar ook op gebied van veiligheid, denk aan real time status van inspecties/keuringen, ventilatie, brondata herkomst materialen. Het real time beschikbaar hebben van data en macro niveau maakt het mogelijk om bij calamiteiten adequaat te handelen. Dat voorkomt situaties zoals het instorten van een parkeergarage in Eindhoven (breedplaatvloeren) en het inzicht wat daarbij ontbrak binnen welke kantoren dit type breedplaatvloer gebruikt is. Of ingeval van het opengaan van de scholen in Nederland, waarbij het inzicht ontbrak welke scholen onvoldoende werden geventileerd. Kortom redenen genoeg om Digital Twins modulair op te bouwen.

Digitalisering en Onderwijs

Digitalisering zal de installatie sector in steeds grotere mate doen veranderen en daarmee de vraag naar nieuwe kennis en technieken. Maar vraagt ook nieuwe competenties van mensen in ons vakgebied. Digitalisering zal onze sector de komende jaren drastisch veranderen. Instroom van ICT’ers is meer dan noodzakelijk om de digitaliseringsslag inhoud te geven en tot een succes te maken. Digitalisering is onontbeerlijk bij:

  • verduurzaming;
  • circulair en traceble bouwen;
  • smart buildings.

Meer instroom van wo en hbo opgeleide mensen is nodig om deze kennis in huis te krijgen. Er is behoefte aan ICT ‘ers, procesengineers, BIM modelleurs etc. Hier heeft de sector nog wat in te halen. De bouw sector heeft circa 5 % ingenieurs in haar gelederen, voor de Techniek sector is dat een schamele 2%. Het Wetenschappelijk Onderwijs en Hoger Beroeps Onderwijs speelt een belangrijke rol om voor de installatie sector de jonge mensen in ons vakgebied op te leiden. Dan gaat het over (praktijk) onderzoek in samenwerking met het bedrijfsleven en kennis instituten.Technische universiteiten en hogescholen het belang om samen met onderwijs-bedrijfsleven en kennisinstituten praktijk onderzoek te doen. Een voorbeeld hiervan zijn de TU Delft en TU Eindhoven welke samenwerken met bedrijven en andere kennisinstituten op het gebied van digitalisering in de gebouwde omgeving, zoals:

  • ventileren;
  • digitalisering en smart buildings;
  • big data;
  • energie gebouwde omgeving;
  • ventileren;
  • en aerosolen.

Dit zijn belangrijke initiatieven voor de installatie sector om vanuit deze praktijk onderzoek kennis te vergroten en over te dragen aan de sector. Daarbij komt dat het vak techniek aantrekkelijk wordt gemaakt voor jonge mensen uit het onderwijs om voor techniek te kiezen en onze sector te verrijken met meer kennis. Op dit gebied is Stichting WOI actief om jonge mensen te enthousiasmeren om techniek te gaan studeren. WOI staat voor bevordering van (installatie)techniek in het wetenschappelijk en hoger beroeps onderwijs. De stichting WOI heeft hierbij als doel de rol van verbinder, aanjager en coördinator te vervullen en ziet daarbij de samenwerking onderwijs -bedrijfsleven - kennisinstituten als een belangrijk stimulator. In de sector onderscheiden we op hoofdlijnen drie belangrijke vakdisciplines/pijlers:

  • electrotechniek;
  • werktuigbouw (HVAC);
  • en ICT.

Hiervan is ICT de snelst groeiende pijler. Vanuit vakdisciplines gezien zijn het gescheiden pijlers, maar de kracht voor bedrijven is een integrale benadering van E-W-ICT, waarbij digitalisering de verbindende discipline is en totaal oplossingen biedt voor de markt. Voor digitalisering is het wo en hbo onderwijs cruciaal. Voor de fundamenten van de sector techniek is het mbo en vmbo van cruciaal belang. Helaas weet de maatschappij het mbo en vmbo onderwijs niet altijd op haar waarde te schatten en dat zien we terug in de animo om techniek te gaan studeren. De komende jaren heeft de sector heel veel behoefte aan instroom van uit het vmbo en mbo. Ook in dit onderwijs wordt digitalisering onderdeel van de opleidingen en maakt het vak techniek aantrekkelijker en gaan hopelijk meer jonge mensen voor techniek kiezen.

Digitalisering zal onze sector de komende jaren drastisch veranderen. Instroom van IT’ers is meer dan noodzakelijk om de digitaliseringsslag inhoud te geven en tot een succes te maken. Initiatieven zoals BIM Onderwijs met onder andere de BIM Onderwijsdag, de BIM Studenten Battle etc. maar ook een BIM praktijk dag zijn waardevolle initiatieven om de jongere de aantrekkelijkheid van ons vakgebied te tonen. Het grote voordeel van de sector is dat veel jonge mensen uit het gehele onderwijsveld zowel wo, hbo  als mbo en vmbo nodig zijn om de kennis te vergroten en de sector draaiend te houden.


Door: Aart van Gelder

 

#replace title#